Te ainda, no tin traduccion di e teksto; keda pendiente.
Bij het ingaan van de Status Aparte op 1 januari 1986 ging het Eilandgebied Aruba over in het Land Aruba. De eerste premier van het nieuwe land binnen het Koninkrijk werd de AVP-leider Henny Eman. De MEP van Betico Croes was weliswaar bij de verkiezingen in 1985 als grootste partij uit de bus gekomen maar Eman wist de MEP in de oppositie-banken te krijgen door enkele kleine partijen in de nieuwe Staten in zijn coalitie op te nemen. Dit was een bittere teleurstelling voor Betico Croes, die bij de verwezenlijking van zijn grote ideaal, de Status Aparte voor Aruba, niet als eerste minister-president kon aantreden. Door een tragisch auto-ongeval op de vooravond van de ingang van de Status Aparte heeft hij dit moment niet mogen meemaken. Hij geraakte in een coma waaruit hij nooit meer is ontwaakt.
De regering Eman zag zich geconfronteerd met enorme uitdagingen: in 1985 had Exxon bekend gemaakt de Lago raffinaderij te zullen sluiten. Een enorme klap voor de Arubaanse economie want ruim een derde van de overheidsinkomsten kwam uit de olieindustrie. Met de sluiting van de Lago daalde het Bruto Binnenlands Produkt (BBP) met 18 procent en steeg de werkeloosheid in één klap naar 20 procent. De regering Eman begon, met financiële hulp van Nederland en technische bijstand van het IMF aan een aanpassingsprogramma om de economie van het eiland er weer bovenop te krijgen. De focus was de uitbreiding van de toeristensector en het aantrekken van meer hotels. De financiering van een aantal hotelprojecten werd gesteund door overheidsgaranties. Deze overheidsmaatregelen hebben geleid tot een ware ‘boom’ van investeringen in het toerisme en daarmee verband houdende activiteiten. Hierdoor groeide de economie en nam het bruto binnenlands produkt aanzienlijk toe in de periode tot 1990. Er werden ongeveer 10.000 nieuwe banen gecreëerd en waardoor er bijna geen werkeloosheid meer bestond. Het aantal hotelkamers nam drastisch toe: in 1985 had het eiland 2040 kamers, eind 1990 waren dat er 4500. In 1995 zelfs 6500. Verschillende bekende hotelketens kozen Aruba uit voor het neerzetten van een luxueus resort. In 2001 waren er zo’n 30 hotels op het eiland met in totaal 7060 kamers.
Ook werd er een nieuwe oliemaatschappij gevonden om de leegstaande Lago-raffinaderij weer tot leven te brengen: Coastal Aruba Refinery Company. In 1990 werd de productie hervat waarna in de loop van de jaren zo’n 670 banen werden gecreëerd, nog afgezien van die bij de zgn. ‘subcontractors’. Economisch gezien werd gedurende de periode ’86- ’89 een prestatie van formaat geleverd. Aruba kreeg een eigen Centrale bank en een eigen munt, de florin. Op gebied van justitie kwam er een eigen Procureur Generaal en een eigen Openbaar Ministerie voor Aruba. De Universiteit van Aruba werd opgericht, voorlopig alleen nog maar met een Juridische Faculteit. Later zou een Financieel Economische en een Toeristische Hotel Management faculteit volgen.
Politiek gezien ging het binnen de regeringscoalitie niet zo voor de wind. Veel plezier heeft Eman van de kleine partijen niet gehad. De Partido Democratico Arubano (PDA) stapte al in juli ’86 uit de coalitie, de Partido Patriotico Arubano (PPA) in januari ’87 en de Accion Democratico Nacional (ADN) in juni 1987. Toen ook de Accion Democratico ’86 in 1988 zijn steun introk, viel het kabinet Eman I maar regeerde demissionair door tot de verkiezingen van 1989. Bij die verkiezingen werd de MEP de grootste partij en werd Nelson Orlando Oduber de tweede premier van Aruba.
Het werden twee regeerperioden met de ADN van Charo Kelly en de PPA van Benny Nisbet. Gedurende het eerste jaar van de tweede periode werden premier Oduber en oppositeileider Eman door minister-president Lubbers naar Den Haag geroepen voor overleg; er werd door Lubbers te verstaan gegeven dat het (vooral financiële) roer omgegooid moest worden. Oduber heeft het met PPA en ADN nog tot april/mei 1994, waarna eind juli van dat jaar weer verkiezingen werden gehouden. De AVP werd toen de grootste partij met 10 zetels tegenover de MEP met 9. Na de verkiezingen in dat jaar ging de AVP een coalitie aan met de Organisashon Liberal Arubano (OLA) waarvan Glenbert Croes, de zoon van Betico Croes de leider was. Deze partij had twee zetels in het parlement. Henny Eman werd opnieuw minister-president van een coalitieregering die streefde naar een grondige sanering van de overheidsuitgaven, nauwlettend gevolgd door de inmiddels ingestelde gemende Nederlands-Arubaanse commissie Aarts-Muyale. Nadat deze commissie in totaal een drietal rapportages heeft verricht, is zij in de loop van 1995 weer opgeheven. De coalitie AVP/OLA maakte haar regeringsperiode niet vol: in 1997 kwam het tot een breuk tussen beide partijen en werd er besloten de geplande verkiezingen van 1998 naar voren te schuiven. Na de verkiezingen van december 1997 bleef de verhouding tussen de twee grootste partijen hetzelfde (AVP 10 en MEP 9 zetels). Er is toen door de AVP geprobeerd te komen tot een coalitie met de andere grote partij, de MEP. Deze partij voelde daar niet echt voor en na meer dan 6 maanden moeizame gesprekken te hebben gevoerd, gaf de AVP het op en begon weer te onderhandelen met de oude coalitiepartner OLA, die nog steeds twee zetels had. Daaruit kwam inderdaad een coalitie die eerst zwak leek te zijn maar die het toch nog enkele jaren uithield. De MEP bleef in de oppositie, een rol waar partijleider Oduber zich prima in thuisvoelde en van waaruit hij zich helemaal kon richten op de volgende verkiezingen. Het derde kabinet Eman maakte de regeerperiode ook niet vol: de verkiezingen werden opnieuw vervroegd gehouden, eind september 2001.
Het was in deze laatste regeerperiode – in september 1999 – dat het kabinet Eman II kwam met een gedurfd project dat nieuw leven moest brengen voor San Nicolas, een district waaraan bij verkiezingen traditioneel veel beloofd werd terwijl daarvan zelden iets terecht kwam. Het plan behelsde de aanleg van een supermoderne racetrack bij Seroe Colorado aan de noordkust. Zakenman Carlo Mansur had de Amerikaan Ralph Sanchez, eigenaar van een racetrack in Florida, verzocht een dergelijke racetrack voor Aruba te ontwerpen. De regering steunde dit project met – alweer – een overheidsgarantie. Het project zou motorraces van wereldkaliber gaan aantrekken en duizenden race-enthousiaste toeristen naar Aruba brengen.
Het project stuitte al snel op weerstand, vooral uit de hoek van milieuactivisten als ‘Aruba Dushi Tera’ en andere organisaties. Het plan zou milieuoverlast gaan veroorzaken, luchtvervuiling en geluidsoverlast. Het zou vernietigend zijn voor de natuur ter plekke en gevaarlijk omdat het gepland was op onstabiele grond, boven de gangen en tunnels van de voormalige fosfaatwinning. Het verzet tegen het project, aangewakkerd door de oppositie in het parlement, kon op grote publieke steun rekenen en er werd fysiek verzet aangekondigd tegen de eerste bouwactiviteiten die op het punt stonden te beginnen. Onder druk van deze beweging – er werd een algemene staking met stroomonderbrekingen voor oktober 1999 aangekondigd – moest de regering bakzeil halen en het project werd afgeblazen. Sanchez liet het daar niet bij zitten en daagde in 2003 de Arubaanse regering voor de rechter in Miami. Sanchez beschuldigde minister-president Henny Eman en minister Tico Croes van het laten mislukken van het project. Het Land Aruba werd veroordeeld tot betaling van een schadevergoeding van $ 20,5 miljoen, hetgeen de geschatte winsten zouden zijn uit het project gedurende 5 jaar. Deze affaire kostte de AVP bij de volgende verkiezingen (in september 2001) de kop: de verkiezingen werden gewonnen door de MEP, die 12 van de 21 zetels behaalden en voor het eerst zonder coalitie met een andere partij kon gaan regeren. De AVP verloor zwaar en viel terug naar 6 zetels. De OLA werd gedecimeerd tot 1 zetel. De PPA daarentegen, die de laatste twee verkiezingen geen zetel meer wist te behalen, kreeg er nu weer twee. Oud-minister Tico Croes trok zijn consequenties uit de verkiezingsnederlaag en stapte op als leider van de AVP. Hij werd in die functie opgevolgd door de jongste telg uit het AVP-geslacht: Mike Eman, broer van Henny, die tevens de bij de eerstvolgende verkiezingen lijsttrekker voor de groene partij werd. Zoals eerder aangekondigd trok Henny Eman zich volledig terug uit de politiek. Voor de verkiezingen in 2005 verklaarde Nelson Oduber niet als premier te willen doorgaan als er weer een coalitie gevormd moest worden. Bij die verkiezingen verloor de MEP een zetel maar behield met 11 zetels nog net de absolute meerderheid. De AVP herstelde zich enigszins en behaalde 8 zetels. Binnen de PPA deed zich vlak voor de verkiezingen een schisma voor waarbij politica Monica Arends-Kock uittrad en de Movimento Patriotico Arubano (MPA) oprichtte waarmee zij in het parlement terechtkwam. De PPA onder leiding van Benny Nisbet was door de interne perikelen zo verzwakt dat het geen zetel wist te behalen. Hetzelfde gebeurde met de OLA van Glenbert Croes. Nieuwkomer aan het politieke firmament, ex-pater Rudy Lampe wist met zijn partij RED wel een zetel te bemachtigen. Sinds 2005 regeert opnieuw het kabinet Oduber. Grote belasting voor de overheidsfinanciën tijdens de regeerperiode van dit kabinet is wel de schuld die moet worden afbetaald als gevolg van de door het kabinet Eman I toegezegde overheidsgaranties voor de niet voltooide hotelprojecten eind jaren ’80 ( zie hoofdstuk Toerisme). De maatschappijen die met overheidsgaranties aan het ontwikkelen van deze projecten waren begonnen, daagden het land Aruba en haar overheid voor de rechter in de Verenigde Staten en Italië en wonnen hun claims. Het ging om vele tientallen miljoenen dollars, door de overheid destijds gegarandeerd. De regering moest hieraan voldoen en de hieruit voortkomende financiële verplichtingen drukken zwaar op de overheidskas die worstelt met een steeds groter tekort op de staatsbalans, mede als gevolg van een topzwaar ambtenarenapparaat.Van elke door de regering ontvangen florin wordt bijna 70 cent besteed aan ambtenarensalarissen. Naat andere overheidsuitgaven blijft er dus weinig of niets over voor hoogstnodige investeringen. Vanaf 2001 liep de overheidsschuld van 1,2 miljard op tot ruim 2 miljard in het eerste kwartaal van 2007.
Grote schade liep het eiland op door de affaire Natalee Holloway. De Amerikaanse tiener verdween in 2005 spoorloos na een nachtje stappen. Drie lokale jongemannen werden ervan verdacht de hand in haar verdwijning te hebben en werden langdurig vastgehouden en ondervraagd. De Amerikaanse pers stortte zich massaal op de zaak en de moeder van het verdwenen meisje liet niets na om Aruba en met name het justitiële apparaat in een kwaad daglicht te stellen. Er werd zelfs tot een boycot van het eiland opgeroepen. De negatieve publiciteit die met dit alles gepaard ging heeft het toerisme een behoorlijke recessie bezorgd waarvan de gevolgen nog jaren te voelen zijn geweest. Het mysterie rond de verdwijning van het meisje is nog steeds niet opgelost. Het onderzoek is nog steeds gaande, terwijl het de vraag is of deze zaak ooit opgelost zal worden.
Het kabinet Oduber IV is door enkele geruchtmakende zaken in opspraak gebracht: de weigering om het in Nederland gesloten homohuwelijk van twee in Aruba ingeschreven vrouwen te erkennen en het geval van de omkoopbrief in de zaak Nadar: deze juwelier en projectontwikkelaar zou in een brief een miljoen gulden aan smeergeld aan de MEP hebben aan aangeboden voor het verkiezingsfonds, in ruil voor de ontwikkeling van het containerterrein aan de haven tot een luxueus jachthavenproject met condominiums en shoppingmalls. Ook deze zaak blijft nog door onopgehelderde mysteries omhuld. |