Home arrow Turismo
Toerisme

Te ainda, no tin traduccion di e teksto; keda pendiente. 

Een van de belangrijkste aspecten van toerisme is wel accomodatie, logies voor gasten en bezoekers uit het buitenland. Daar was het een eeuw geleden slecht mee gesteld.
Voor de weinige mensen die Aruba in de negentiende of begin twintigste eeuw aandeden was er geen enkele accomodatie. Geen hotel, geen pension, niets. Als er ooit eens een bestuursfunctionaris Aruba bezocht, zoals de gouverneur uit Curaçao een heel enkele keer, dan moest de gezaghebber zelf het gezelschap bij hem thuis gastvrijheid verlenen.

doktershuis, later pasanggrahan en prot.kerk, 1910Pasanggrahan en Pr.Kerk, jaren 40

In 1920 kwam daar verandering in: onder gouverneur Helfrich werd het huis van dokter Horacio Oduber (Aruba's eerste dokter!) door gezaghebber Quast aangekocht en ingericht als zgn. pasanggrahan (een Maleis woord voor guesthouse, gastenverblijf). Dit pand was gelegen naast de uit 1848 daterende kleine protestante kerk aan het begin van de Wilhelminastraat. Het werd in 1949 afgebroken in verband met de bouw van de nieuwe, grote protestante kerk die nu nog steeds in gebruik is. Het huis van dokter Oduber werd ingericht als pasanggrahan voor gouvernements- ambtenaren en –gasten. Maar aan comfort liet dit logement veel te wensen over: personeel was er niet, van bediening was geen sprake en de gasten moesten zichzelf maar behelpen. Bij het bezoek van de Koloniale raad in 1930 zou een van de raadsleden zelfs door zijn bed zijn gezakt. De gouverneur gaf er bij zijn bezoeken aan Aruba dan ook de voorkeur aan zoals vanouds bij de gezaghebber te logeren.

Hotel Colombia

Omstreeks 1924 werd het eerste pension geopend, het Pension Aruba. Het gebouw lag schuin tegenover Fort Zoutman en de Willem III-toren en had destijds een prachtig uitzicht op zee. Met zijn zuilen en balkon was het een van de mooiste gebouwen van Oranjestad. Pal daarnaast lag de eerste bioscoop van Aruba, het openluchttheater van De Veer. Het is later omgedoopt tot Hotel Colombia. Het gebouw is later o.a. in gebruik geweest als drukkerij (Excelsior) en als delicatessenzaak (The Wine Cellar) en maakt nu, met het Eloy Arends-huis, deel uit van het geheel gerestaureerde Stadhuiscomplex. Op andere plaatsen in de stad kwamen ook andere kleine pensions.

Oude Luchthavengebouw, 1925 Tweede luchthavengebouw, jaren 40

In de jaren dertig kwam het vliegverkeer tussen Aruba en de buitenwereld op gang met de opening van het vliegveld in 1935. Daarvoor was een stuk terrein van de gouvernements aloë-aanplant Dakota uitgekozen dat op de kaart stond als Baca Morto. Op 10 januari 1935 werd met de ‘Snip’ van de KLM de vaste luchtverbinding Aruba-Curaçao geopend. Het vliegveld Dakota had in die tijd als luchthavengebouw een houten loodsje.

Aankomst op vliegveld Dakota Aankomst vanuit Cura?ao op vliegveld Dakota

Het was het een van de bemanningsleden van deze ‘Snip’ die op Aruba bleef hangen en in 1934 in de Nassaustraat het eerste hotel van het eiland opende: Hotel Caribe. Het pand, dat later nog deel uitmaakte van de juwelierszaak van Spritzer en Fuhrman, was een oud Arubaans huis, toen al gammel en haveloos met houten balkons en met een houten keetje in de tuin waar men z’n gerief moest doen.

Prinses Beatrix LuchthavenBezoek Prinses Beatrix

Het eerste toeristenhotel van Aruba dat niet ver van zee lag was het Coral Strand Hotel, net buiten de stad aan de Paardenbaai . Het werd in december 1943 geopend door zakenman Ch. Neme. Het bestaat nu nog steeds onder de naam ‘Talk of the Town Resort’. Het tweede hotel was Hotel Scala in de stad, geopend in maart 1949 door J. van Gijn.

Coral Strand Hotel

In januari 1947 werd het eerste Arubaanse toeristenbureau opgericht, de Arubaanse Toeristen Commissie (ATC). Inititiatiefnemers waren enkele ondernemende zakenlui en overheidsfunctionarissen die het nut van de ontwikkeling van het toerisme inzagen; na de oorlog werd vanwege de automatisering van de Lago-raffinaderij een groot aantal arbeiders ontslagen en om de economische basis van het eiland te verbreden moesten andere bronnen van inkomsten en meer arbeidsplaatsen ontwikkeld worden.  De oprichters van de ATC kunnen als de pioniers van ons toerisme beschouwd worden. De eerste directeur was Ernst Bartels. In 1950 konden de eerste bescheiden vruchten geplukt worden: 980 toeristen bezochten Aruba.

 
In 1953 werd de ATC omgezet in een overheidsinstantie en het ging verder als het Aruba Tourism Bureau, nog steeds onderleiding van Ernst Bartels. De totale hotel accomodatie bedroeg in die tijd maar net 100 bedden: 42 in het Strand Hotel, 22 in Hotel Scala en 36 in Hotel Marchena.

Palmenplantage PalmbeachErnst Bartels en toeristen commissie

Men begon in de jaren ’50 ook het belang in te zien van de bouw van een toeristenhotel aan het strand. Er werd in 1953 een wedstrijd uitgeschreven voor het ontwerpen van een toeristenaccomodatie aan Palm Beach. Winnaar werd het project ‘Basiroeti’, ingediend door zakenman Neme die ook al eigenaar was van het Strand Hotel. Het zou nog jaren duren voor dit project gerealiseerd werd. Intussen kwam in die jaren het toerisme langzaam maar zeker op gang. In 1954 organiseerde het toeristenbureau de eerste grote promotiecampagne in het buitenland. Folders werden verspreid onder reisbureaus in New York en bij de KLM. Toch waren er in die tijd al problemen: er waren niet genoeg taxi’s op het eiland, de behulpzaamheid van de taxichauffeurs liet te wensen over en de prijzen van de hotels en de vliegtarieven van onder meer de KLM waren aan de hoge kant.

Cruiseships jaren 50Grace Line

Naast de toeristen die per vliegtuig naar Aruba kwamen heeft het cruisetoerisme al vanouds een belangrijke rol gespeeld in het Arubaanse toerisme. In februari 1955 deed het eerste cruiseschip, de ‘Tradewind’ Aruba aan. Een historische gebeurtenis die echt werd gevierd. De 300 cruisetoeristen werden aan de wal verwelkomd door “Wellcomettes”, Arubaanse meisjes in speciaal hiervoor ontworpen jurkjes, die de toeristen wegwijs maakten in het centrum van Oranjestad. Het hele eiland liep uit om de eerste toeristen te bekijken en het werd een grote verkeersopstopping van auto’s rond de haven. Een nieuw tijdperk in de historie van het toerisme was aangebroken. Lang heeft de Tradewind Aruba niet aangedaan: het armetierige schip werd kort daarna als niet zeewaardig afgekeurd. Maar andere cruiselijnen volgden snel, zoals de Grace Line.

ingang Basi Ruti

Maar intussen kon Aruba nog niet voldoen aan de eisen die aan het toerisme werden gesteld; zo eisten sommige cruiselines in 1956 een ‘beach development’ voor ze Aruba in hun routes wilden opnemen. Maar het eerste toeristenhotel aan Palm Beach was toen nog onder constructie en veel later klaar dan gepland. In februari 1957 werd Hotel Basi-Ruti geopend, een hotelcomplex met losstaande appartementen, verspreid over het witte zand van het palmenstrand. In 1965 verbleef Prinses Beatrix hier tijdens haar bezoek aan Aruba.

Juancho Irausquin  Oscar Henriquez

Inmiddels had het eilandsbestuur in 1956 ook de plannen goedgekeurd voor de bouw van een luxe toeristenhotel aan Palm Beach dat de naam Aruba Caribbean Hotel moest krijgen. Tekeningen werden goedgekeurd en grondproeven genomen. Juan Enrique Irausquin en Oscar Henriquez schreven een rapport over hoe dit hotel gebouwd moest worden. Om zich te oriënteren waren zij naar Miami en Puerto Rico gereisd om de luxe hotels daar te bestuderen. Een van hun bevindingen was dat in ieder geval de stranden in die plaatsen niet zo mooi waren als die van Aruba. Maar om te kunnen concureren met Miami en Puerto Rico moest het echt wel een luxe hotel worden, wilden ze de betere toeristen aantrekken. Met name PPA-politicus Juancho Irausquin wordt als de grote man achter dit  pioniersproject van het Arubaans toerisme beschouwd. Voor de financiering en het beheer van het hotel werd een vennootschap opgericht: N.V. Aruven, waarin het eilandsgebied de grootste aandeelhouder was.

bepaling terrein Caribbean hotel 1957 Bepaling terrein Caribbean Hotel, met o.a. Henriquez, Petronia en Irausquin (re.)

In de loop van de jaren ’50 was er een toenemende golf van toeristen uit de Verenigde Staten. In 1957 kwam er in de VS een rapport uit waaruit bleek dat het Caribisch gebied de favoriete vakantiebestemming van de Amerikanen was. Dit was mede te danken aan de hype die er was ontstaan door de calypsomuziek in het algemeen en de zanger Harry Belanfonte in het bijzonder. Aruba bleek ook in trek te zijn wegens de ‘duty-free shopping’.

Palm beach, jaren 50 Palmbeach, jaren 50

Intussen werd de promotie van Aruba als toeristenbestemming steeds grootser aangepakt: er werden films gemaakt voor de KLM en voor Venezuela, waar de films in de bioscopen als ‘news-item’ werden vertoond. Het toerisme uit dat land nam al snel een hoge vlucht en bracht vooral kooptoeristen naar ons eiland, tot verrukking van de middenstand.
In 1956 werd een eind gemaakt aan de gemeenschapplijke promotie van het toerime op de Antillen met Curaçao. Vanaf dat moment waren de eilanden concurenten.

Met de opening van Hotel Basi Ruti werd er ook een begin gemaakt aan de verbetering van de infrastructuur. Tot dat moment was Palm Beach alleen door secundaire wegen te bereiken en dat werd verbeterd door het aanleggen van een boulevard van Palm Beach naar Oranjestad en de airport. Het werd in mei 1958 geopend. Verder werden ook andere wegen verbeterd, vooral die naar toeristenattracties als Casibari en de Natural Bridge. Er werden verkeersborden geplaatst, geleverd door de ANWB. De Nassaustraat werd opgeschoond, twee bars van dubieus allooi werden gelast zich elders te vestigen. Eind 1958 waren alle hotels op het eiland maximaal bezet.

This means all hotels are full! Eagle Beach

In de zomer van 1959 vond de opening plaats van het Aruba Caribbean Hotel, het eerste luxe hotel van Aruba. Het telde 120 kamerser en er was werk voor 160 mensen, 120 waren ‘locals’, de rest Amerikaans management. Harry Belafonte was trouwens een regelmatige bezoeker van de ‘Grand Dame’ zoals het Aruba Caribbean Hotel ook werd genoemd.

Aruba Caribbean HotelPalm beach, 1959 

In 1959 kwam ook de eerste ‘pocket guide’ voor toeristen uit waarin allerlei nuttige informatie voor de gasten te vinden was.

Pan Am Plane op Beatrix Luchthaven

In de jaren ’60 bleek de airport niet meer aan de moderne vereisten te voldoen; het tijdperk van straalvliegtuigen was aangebroken en die vereisten een landingsbaan die langer was. De KLM ondervond in de regio concurrentie van andere maatschappijen die wel al met straalvliegtuigen vlogen en aan de vraag naar een ‘jet-strip’ moest worden voldaan. Deze kwam in 1964 gereed.

Ook in 1964 kreeg Aruba er een hotel bij: de Cactus Inn, in het verlende van de Nassaustraat, werd door zakenman Lorenzo Arends geopend. Dit hotel bestaat nog steeds op dezelfde lokatie onder de naam Hotel California aan het verlengde van de Caya Betico Croes.

Het Strand Hotel werd in 1964 geheel herbouwd en opende met 82 kamers en een nieuwe eigenaar: Ike Cohen. Bekender dan het hotel zelf was wel het restaurant met een heel sprekende naam: ‘Talk of the Town’. Dit werd dan ook de nieuwe naam van het heropende hotel.

In de loop der jaren zijn de ‘tourism related businesses’ als paddestoelen uit de grond geschoten. Vele daarvan zijn ook weer verdwenen of onder een andere naam weer opgekomen. Als een van de bekendste ‘tour-operators’ kan De Palm Tours niet onvermeld blijven. In de jaren ’60 kocht Harold Malmberg de busvergunning van Witchie de Palm op en bouwde het familiebedrijf uit tot de grootste tour-operator van Aruba. Met bussen, boten, jeep-tours en zelfs een eigen ‘beach-property’, het Palm Island op het rif tegenover het WEB te Balashi.

Natural Bridge

Op zoek naar originele toeristenattracties werd in Groningen een Hollandse windmolen gevonden en aangekocht die zorgvuldig werd afgebroken en verscheept naar Aruba. Daar werd hij weer in originele staat opgebouwd en in maart 1962 werd het restaurant ‘De Olde Molen’ geopend. Het restaurant kende verschillende ups en downs maar Aruba had er een opvallend ‘landmark’ bij!

De Olde Molen  Restaurant De Olde Molen

Een andere toeristenattractie uit die jaren was de ‘Arowak Miniature Golf Course” die in 1965 aan de boulevard in Palm Beach werd geopend. In 1967 werd een start gemaakt met het opzetten van een dierentuin op Aruba. Aanvankelijk leek dit succesvol maar op de lange duur bleek het financieel toch niet haalbaar. In 1969 werd de dierentuin gesloten en de dieren weer verkocht.

Bali Floating RestaurantLunch at Bali pier

Tot aan het einde van de jaren ‘70 vond het restaurant gebeuren voor de toeristen grotendeels plaats in de ‘dining rooms’ van grote hotels.  Las Vegas artiesten verzorgden het entertainment en jas en das voor de heren tijdens dinnershows was een vereiste. Een goede Maitre “D hield altijd wel een das en een jas in reserve voor goed tippende gasten die onverwachts kwamen binnen stappen. Een van de restaurant landmarks was ook het Floating restaurant Bali in de haven van Aruba. Langzaam aan begonnen de eerste restaurants buiten de hotels te verschijnen. Eerst waren dit Chinese restaurants zoals Dragon Phoenix en Kowloon en populair werd een steakhouse, The Cattle Baron, in het Dakota Shopping Paradise aan het einde van de jaren ‘70. In 1980 opende het Bucanneer Restaurant op Gasparito dat door haar aquaria een directe hit werd. Meer luxueuse restaurants openden hun deuren, waaronder Papiamento te Noord en Chez Mathilde in de stad. Een ware restaurant explosie volgde na het sluiten van de Lago en de ambiance werd ook steeds meer informeler: tegenwoordig is het niet ongebruikelijk dat restaurant- gasten in shorts en tennis schoenen een luxe restaurant bezoeken.

Ook het eerste genre entertainment concentreerde zich bij de grote hotels waar internationale en locale bands de dansvloeren vulden. Op enkele discotheques na bij Manchebo en Talk of the Town heeft Aruba nooit een echte disco rage gekend zoals Cancun en Acapulco die nog kennen. Uitschieters op Aruba waren Scaramouche en Visage.

In 1966 was er voor het eerst sprake van een ferryverbinding met Punto Fijo, Venezuela. Vooral de middenstand keek reikhalzend uit naar de stroom Venezuelaanse auto’s met kooptoeristen met hun koerssterke bolivars. Helaas is het bij een enkele trip gebleven. De geschiedenis van ferryverbindingen tussen Venezuela en de Antillen heeft zich trouwens gekenmerkt door groots opgezette plannen, hooggespannen verwachtingen en steeds terugkerende afzeggingen.

Queen Elisabeth 2 in de haven

Inmiddels ging de bouw van luxe hotels aan Palm Beach gestaag door; in februari 1968, net op tijd voor de gasten die voor het carnaval kwamen, opende het Sheraton Hotel haar deuren. Dat betekende weer 300 banen. Bij de buren, het Aruba Caribbean Hotel en Basi Ruti werd aan de toenemende vraag naar accomodatie voldaan door het uitbreiden van het aantal kamers. Bij het Caribbean Hotel werd zelfs een hele ‘wing’ toegevoegd.

Aruba Caribbean Hotel, met nieuwe wing

Ook andere stranden nodigden uit tot de bouw van hotels. Zo maakten ALM-piloten Mensé en Hamminga plannen voor de ontwikkeling van hotels aan het strand van Punta Brabo: Divi-Divi en Manchebo Beach. Deze laatste ging open in december 1966, Divi-Divi in september 1969.

Manchebo Beach Club Divi Divi Resort

In oktober 1969 kreeg de Nassaustraat er een nieuw hotel bij, Hotel Victoria met 30 kamers. Eigenaar was François Croes.

Ook de bouw van hotel aan Palm Beach ging gestaag door. In oktober 1969 werd het Holiday Inn geopend, op de plaats waar vanouds het clubgebouw van de Politie Ontspannings Vereniging Aruba (POVA) stond. Zij verhuisden naar Eagle Beach.
Volgend hotel aan Palm Beach was het Americana, waartoe de luchtvaartmaatschappij American Airlines het initiatief had genomen. Het opende in 1975.

Prinses Beatrix airport, 1972ALM plane

Sinds 1974 bestonden er plannen om een hotel te bouwen, nog voor Punta Brabo, en eentje tussen de hotels Divi Divi en Manchebo. Deze plannen werden verwezenlijkt en in december 1975 opende Tamarijn Hotel en in 1977 Aruba Beach Club. Gasten in dit laatste hotel moesten lid zijn van de corporatie die eigenaar was van het hotel. Hiermee was het eerste zgn. ‘timeshare hotel’ op Aruba een feit. Tussen Aruba Beach Club en Manchebo werd Casa del Mar Beach Club gebouwd en geopend in 1986.

Aruba Beach Club

In 1976 werd een aanvang genomen met de bouw van het tot dan toe grootste hotel aan Palm Beach, dat zou verrijzen ten zuiden van het Sheraton Hotel. Het werd het Concorde Hotel, geopend in 1977.

Een hotel dat inmiddels niet meer paste tussen de relatieve reuzen aan Palm Beach en in tamelijk haveloze staat verkeerde was het Basi Ruti Hotel. Eind 1978 werd deze ‘property’ verkocht aan de ‘Playa Linda Development Company’. Deze maatschappij begon in 1980 aan de bouw in fasen van het tweede time-share hotel op het eiland: het Playa Linda Resort. Later werd de naam van de ontwikkelaars gewijzigd in ‘Sun Development Co.’ die onder andere het ‘Casa del Mar’(1986) en ‘Costa Linda Beach Resort’ bouwde (1991) aan het begin van Eagle Beach. Raymond Maduro als projektontwikkelaar van de Sun Resorts, Aruba Beach Club, Casa del Mar, Playa Linda en Costa Linda en later Tierra del Sol heeft een belangrijke rol gespeeld in de timeshare ontwikkeling op Aruba. De Aruba Beach Club prijkt trouwens als “exchange resort” #8 op de lijst van zo’n hedendaagse 6000 resort hetgeen wel aangeeft dat Raymond zeker een visie had die “worldwide” insloeg

In 1977 werd er gestart met een tijdelijke Hotel Vakschool in een deel van het voormalige San Pedro Hospitaal. In november 1979 werd de Aruba Hotel Business School geopend. Het werd gefinancierd door het EEG Ontwikkelings Fonds dat 8 miljoen dollar investeerde. Twee tot driehonderd studenten konden worden ingeschreven op deze opleiding die deels school, deels hotel was, het Bushiri Beach Resort, naast de containerhaven in Oranjestad. Momenteel maakt de opleiding deel uit van de Enseñansa Profesional Intermedio, de EPI.

In 1965 hadden enkele pioniers van het hotelwezen op Aruba de handen ineen geslagen en de Aruba Hotel Association (AHA) gesticht. Doel was het ontwikkelen van de Arubaanse economie door middel van het toerisme. Oprichters en eerste bestuursleden waren onder andere Lorenzo Arends van de Cactus Inn, Ike Cohen van het Strand Hotel en Rory Arends en Michael Kuiperi van het Aruba Tourism Bureau. Aanvankelijk waren alleen hotels lid van deze organisatie maar aan het eind van de jaren ’70 werden ook andere ondernemingen die met het toerisme te maken hadden erbij betrokken. De naam veranderde toen in Aruba Hotel and Tourism Association (AHATA). Deze organisatie vertegenwoordigt nu de privé sector in het toerisme, in nauwe samenwerking met de Aruba Tourism Authority (ATA), die onder de overheid valt. Als direkteuren van de ATA fungeerden in de loop der jaren Michael Kuiperi, Beti Arends, Rory Arends, Remigio Wever (1989 – 1995), Jan van Nes, (1995 – 2000) en Myrna Jansen (sinds 2000).

 Beti ArendsMicheal Kuiperi

De jaren ’80 kenden de bouw en opening van een serie hotels op verschillende plaatsen: de ondernemersfamilie Mansur bouwde het La Cabana Beach Resort aan Eagle Beach, waarnaast de familie Van Schayk het Amsterdam Manor Beach Resort neerzette.
Naast de oude molen verrees het The Mill Resort en in Noord het Caribbean Palm Village van zakenman Johnny Chemaly. Aan Palm Beach was tussen het Americana Hotel en Playa Linda altijd een behoorlijk groot terrein gereserveerd voor de eventuele komst van een hotel van de meest luxe klasse. Dit kwam er uiteindelijk: het Hyatt Regency Aruba Resort, geopend in 1990. Het mag niet onvermeld blijven dat er in alle grotere hotels ook een casino te vinden was.

In 1983 devalueerde de Bolivar hetgeen een grote schok te weeg bracht voor de winkelstand die gewend was geraakt aan het “dame dos” (geef er maar twee) van de alles kopende Venezolanen. Aruba herstelde zich snel door zich op de Texaanse markt te begeven om de klappen op te vangen.

De jaren ’80 kenmerkten zich door een scherpe daling in olieprijzen en dat veroorzaakte een enorme devaluatie van de Venezuelaanse bolivar. Daarmee kwam de stroom Venezuelaanse toeristen bijna helemaal tot stilstand, een behoorlijke klap voor de hotelindustrie en voor de Arubaanse ecomnomie in het algemeen.

Het jaar 1986 was op vele gebieden een jaar waarin er grote veranderingen voor Aruba plaatsvonden: de Status Aparte ging in voor het eiland, de Lago raffinaderij sloot haar poorten, het verloor daardoor een derde van haar inkomsten en de werkeloosheid steeg in een klap naar 20 procent. Aruba moest het over een andere boeg gooien wat betreft haar voornaamste bron van economische activiteiten en dat werd het toerisme: verschillende hotelprojecten werden ontwikkeld, met wisselende resultaten. In Oranjestad werd een opgespoten ondiepte naast het Wilhelminapark tot ontwikkeling gebracht door de Amerikaan Bob Swain. De Swain Wharf bevatte, behalve een shopping mall, ook een hotel. Zakenman  Eduardo de Veer kreeg toestemming om bij de panden die hij had in het centrum van de stad, een hotel te bouwen. Daarvoor moest wel de oude politiewacht het veld ruimen. Het werd door Venezuelaanse contractors gebouwd en werd uiteindelijk door de Sonesta Group gemanaged. Als ‘beach property’ werd een open stuk in het rif ter hoogte van het begin van de landingsbaan van de airport onwikkeld: het Sonesta Island, door middel van shuttleboten verbonden met de lobby van het hotel.

Politiewacht Oranjestad Ramada Renaissance en Aruba Royal Resort

Enkele andere projecten liepen desastreus af: aan het ontwikkelen en bouwen werd met overheidsgaranties begonnen maar door mismanagement, malafide contractors en faillisementen kwam de voltooiïng van enkele hotels helemaal stil te liggen: van een hotel ten zuiden van het Concorde Hotel, dat tijdens de bouw de naam droeg van Eagle Beach Hotel en na voltooiïing Ramada Renaissance of Aruba Royal Resort zou gaan heten, moest een deel van de constructie die nog niet half gevorderd was, worden afgebroken. De toren die wel bijna af was werd geveild en uiteindelijk overgenomen door de Divi Corporation. Het is nu deel van het Divi Aruba Phoenix Resort. Serieuzer waren de problemen voor twee hotels in aanbouw ten noorden van Holiday Inn, die respectievelijk Plantation Bay en Beta Hotel moesten gaan heten. Nog voor de bouw was voltooid was het geld op, waren de Italiaanse contractors met de noorderzon vertrokken en bleven de hotels als moderne ruïnes jarenlang leeg staan. Er werd zelfs overwogen om de karkassen met dynamiet neer te halen tot hotelmagnaat Marriott zich erover ontfermde. In de loop van de jaren ’90  werd het Marriott Aruba Resort (het voormalige Plantation Bay) afgebouwd, gevolgd door de Marriott Vacation Club (het voormalige Beta Hotel). In 2007 werd met het enorme Marriott Surf Club het drieluik voltooid. Zo kwam een einde aan een van de zwartste bladzijden uit de geschiedenis van het Arubaans toerisme. Voor het eiland en de regering van Aruba was de ellende echter nog niet voorbij: de maatschappijen die met overheidsgaranties aan het ontwikkelen van deze en nog enkele nooit gestarte projecten waren begonnen, daagden het land Aruba en haar overheid voor de rechter in de Verenigde Staten en Italië en wonnen hun claims. Het ging om vele tientallen miljoenen dollars, door de overheid destijds gegarandeerd. De regering moest hieraan voldoen en de hieruit voortkomende financiële verplichtingen drukken zwaar op de overheidskas die worstelt met een steeds groter tekort op de staatsbalans.

Een ander fenomeen dat de Arubaanse timeshare industrie een slechte naam bezorgde was de financiering door middel van “bonds issues” (het uitgeven van aandelen). Projekt- ontwikkelaars waaronder de Swain Wharf en Paradise Villas verkochten “bonds” tegen rente percentages van 12 en 14% die zij door de verkoop van hun timeshare project als garantie zouden terug betalen. Dit ging een tijdje goed en bonds waren populair gezien de rendabiliteit. Het ging echter fout bij de Swain Wharf dat failliet ging waarbij veel mensen hun spaarcenten verloren. De Swain Wharf werd door Meta Corporation opgekocht maar de timeshare eigenaren behielden hun rechten op grond van ‘koop breekt geen huur’. Een zelfde lot verging het bij Paradise Villas waar de eigenaren door extra te investeren hun timeshare zeker stelden. Bonds isues gingen ook fout bij Tierra del Sol en La Cabana Villas. Bij Tierra del Sol verloren de bonds eigenaren hun geld weer toen Sun Development failliet ging en bij La Cabana Villas werd hun bonds schuld omgezet in weken timeshare. Bij de verkoop van La Cabana Villas krijgen deze eigenaren hopelijk hun geld terug.

Vele hotels zijn in de loop van de jaren van eigenaar, van management en van naam veranderd: het Caribbean Hotel werd Golden Tulip Hotel en is nu het Radisson Aruba Resort. Het Concorde Hotel werd het Hilton, daarna het Wyndham en heet nu Westin Aruba Beach Resort. Het Swain Resort  werd overgenomen door De Veer’s META Corporation en werd deel van het Sonesta Resort. Het Sonesta Resort op zijn beurt kreeg later een nieuwe management company en is nu het Renaissance Aruba Resort. Ook de ‘malls’ en het eiland die daarbij horen dragen deze naam. Het Americana werd het Allegro Resort en opereert nu onder de naam Occidental Grand Aruba; het Sheraton werd herdoopt in het Aruba Grand voordat het een ware metamorphose onderging en nu onderdeel uitmaakt van het prestigieuze Riu Palace.

De explosieve groei van het toerisme op Aruba heeft al jaren een enorme invloed op diverse aspecten van de maatschappij. Na de wildgroei in de hotelbouw in de jaren na 1986 werd er een bouwstop in de hotelsector afgekondigd. Maar enkele soorten accomodatie vielen daar buiten, zoals condominiums (koopflats). Ook de reconstructie van de eerder genoemde leegstaande hotels en uitbreiding en renovatie van bestaande complexen vielen er niet onder. De bouw van shoppingmalls evenmin.Gevolg daarvan was een continu doorgaande bouw in de toeristische sector met als gevolg een stroom van tijdelijke arbeidskrachten, veelal illegaal op het eiland verblijvend. Intussen bleef de infrastructuur op het eiland achter bij de ontwikkelingen: huizen, wegen, scholen en dergelijke waren er niet genoeg voor de constante aanwas van de bevolking.
 
Ook wil de regering graag een uitzondering op de bouwstop voor hotels maken als het gaat om de vestiging van een hotel in de meest luxueuse categorie. Omstreden zijn/waren de plannen om ten noorden van de Marriott Resorts, bij Fishermen’s Huts, een Ritz Carlton Resort neer te zetten. Er kwam veel verzet uit de gemeenschap: het is vrijwel het enige vrije stuk strand voor de bevolking waar bovendien rond Pasen veel gekampeerd wordt; daar zijn voor windsurfers en kiteboarders de windcondities ideaal, daar wordt de jaarlijkse Aruba Hi-Winds gehouden, dat zou allemaal door de bouw van een hotel ernstig verstoord worden. Om de arme zeeschildpadden niet te vergeten die elk jaar onder meer dit stuk strand uitkiezen als broedplaats. Milieuorganisaties hielden demonstraties ter plaatse die de acties tegen de racetrack (zie hoofdstuk Het land Aruba) in herinnering brachten. Van de bouwplannen van een Ritz Carlton is niets meer vernomen maar de regering lijkt nog steeds bereid met een andere potentiële hotelketen te onderhandelen.

Dat de hotelindustrie kwetsbaar is, is in de loop van de jaren herhaaldelijk gebleken: fluctuaties in koers van diverse valuta (instorting van de Venezuelaanse bolivar, de opkomst van de Euro tegenover de US dollar) hebben hun tol geëist, zo ook de stijging van de olieprijs op wereldniveau met als gevolg stijging van de vliegtarieven. Ook recessies in de landen die de voornaamste leveranciers van toeristen zijn (de Verenigde Staten, Venezuela) waren hier te voelen. Maar de grootste klap was wel het effect op het toerisme van de terroristische aanslagen van september 2001 in New York.

De geschiedenis van het toerisme van Aruba is een boeiend verhaal: het heeft ervoor gezorgd dat er voor alle Arubanen werk is dat direct of indirect met het toerisme verbonden is. Ook heeft het het aanzicht van het eiland drastisch veranderd: de grote stroom Amerikaanse toeristen heeft geleid tot verregaande veramerikanisering van de cultuur hetgeen onder andere te merken is in het aanbod van restaurants (al dan niet fast-food) en in het soort uitgaansgelegenheden. Aruba wordt gepromote als vakantieoord voor pasgetrouwde stellen en ook studenten hebben hun weg gevonden naar Aruba voor het vieren van hun zgn. spring-break of andere vakanties, waarin alle remmen los gaan. Dat dat ook wel eens fout kan lopen, heeft Aruba moeten ervaren met de affaire Natalee Holloway. De Amerikaanse tiener verdween in 2005 spoorloos na een nachtje stappen. De negatieve publiciteit die hiermee gepaard ging heeft het toerisme een behoorlijke recessie bezorgd waarvan de gevolgen nog jaren te voelen zijn geweest.

Natural Bridge ingestort 

En tenslotte verloor Aruba nog een wereldberoemde attractie, de Natural Bridge, die op 2 september 2005 instortte.

 

[+]
  • Narrow screen resolution
  • Wide screen resolution
  • Auto width resolution
  • Increase font size
  • Decrease font size
  • Default font size
  • default color
  • blue color
  • green color