Alo

Te ainda, no tin traduccion di e teksto; keda pendiente. 


De aloëplant wordt al sinds midden 1800 op Aruba verbouwd. Het klimaat en de droge grond lenen zich bij uitstek voor de aloëteelt.  De plant doet het hier heel goed: de Arubaanse aloë heeft een aloïnegehalte van 22 %, terwijl het gehalte van de aloë in de rest van de wereld ten hoogste 15% bevat.

De grootste bloei van de aloë-cultuur maakte Aruba door onder gezaghebber Jan Helenus Ferguson (1866-1871). De weg door de aloëvelden vanuit de stad werd dan ook naar hem genoemd. In de 19e eeuw werd ook een aloëplantage aangelegd in Socotoro; Socotoro is vermoedelijk vernoemd naar het eiland Sokotra of Socotora, destijds een Brits eiland in de Indische Oceaan voor de kust van Yemen. Dat eiland ligt op dezelfde lengtegraad als Aruba en daar wordt ook aloë verbouwd. De legende wil dat Alexander de Grote op aanraden van Aristoteles dit eiland veroverde voor de aloë die hij gebruikte om de wonden van zijn soldaten te genezen. Op de aloëplantage Mon Plaisir van de Fransman Louis Bazin verrees begin 1900 een voor die tijd moderne stoomkookinrichting.

Aloe Veld 


Aruba was in de 19e eeuw de grootste leverancier van aloëhars, die voornamelijk werd gebruikt voor de productie van laxerende middelen. De aloëhars werd naar het buitenland geëxporteerd, voor het merendeel naar New York, maar ook naar Hamburg en naar Londen. De hars uit de Antillen (destijds `Curaçaose’ genoemd) was een van de beste ter wereld en duurder dan de andere soorten op de markt. Het aandeel van Aruba in de `Curaçaose’ export was ruim 90%. In de economie van de tijd voor de komst van de olie-industrie betekende de aloë een redelijke bron van inkomsten, vooral voor de kleine cunucero. In tijden van werkeloosheid – de droge tijd – was de aloëteelt een goede bron van bestaan.

Begin 1900 werd het eerste wetenschappelijk onderzoek op de aloëplant verricht. Daarbij werd de genezende werking van aloë op verbranding door zonnestraling en andere brandwonden onomstotelijk bevestigd.

Door de komst van de olie-industrie veranderde er veel op de arbeidsmarkt op Aruba en raakte de aloëteelt wat op de achtergrond. Pas na de Tweede Wereldoorlog werd de aloëcultuur weer hervat. In 1949 richtte Casey Eman de eerste aloëfabriek van Aruba op, onder de naam Aruba Aloe Products Company. Destijds werden de aloësappen plaatselijk bewerkt tot aloïne en verscheept naar de Verenigde Staten.
De productie van Arubaanse aloë bedroeg in 1951 ongeveer 15.000 pond oftewel 30% van de totale wereldopbrengst.

 
Volgend >

[+]
  • Narrow screen resolution
  • Wide screen resolution
  • Auto width resolution
  • Increase font size
  • Decrease font size
  • Default font size
  • default color
  • blue color
  • green color