De Indianen |
Er bestaan verschillende theorieën over de oorsprong van de naam Aruba. Hoogstwaarschijnlijk is de naam van Indiaanse oorprong en een samenstelling uit woorden als ora (schelp) en oubao(eiland), dat zou dus Schelpeneiland betekenen. Een andere mogelijke uitleg is de combinatie van uru (kano) en oubao(eiland), hetgeen verklaarbaar is door het feit dat de Indianen zich per kano over zee verplaatsten en zo Aruba hebben bevolkt. Maar er zijn ook theorieën die willen dat de naam Aruba uit het Spaans komt, uit de woorden oro hubo (er was goud), hetgeen echter in tegenspraak is met de bevindingen van de Spanjaarden toen ze Aruba ontdekten. De eerste vermelding van een naam die op Aruba lijkt is te vinden op een kaart uit 1562, waar het staat vermeld als Orua. Op andere kaarten uit de 16e eeuw vindt men namen als Oruba, Ouraba, Uruba en Arouba.
Over de oorspronkelijke bewoners van Aruba is maar weinig bekend. Uit opgravingen weet men dat het eiland al honderden jaren bewoond is geweest voordat het ontdekt werd door de Spanjaarden. Deze periode noemt men het pre-Colombiaanse tijdperk. De oerbevolking van Aruba bestond uit Arowak indianen.Uit archeologisch onderzoek is gebleken dat ons eiland werd bewoond door indianen die dezelfde cultuur hadden als de bewoners van het Zuid-Amerikaanse vasteland. Verder bewijs voor de veronderstelling van de Zuid-Amerikaanse afkomst van de indianen vormen ook de rotstekeningen die op veel plaatsen, vooral bij de ingang van grotten, zijn ontdekt. Bovendien werden de doden in grote potten begraven zoals in het Amazonegebied.
Zij woonden in familienederzettingen, in hutten die in groepjes bij elkaar stonden. Daarbij hoorde hoorde dan ook een grafkuil. De indianen sliepen in hangmatten en zij gebruikten stenen werktuigen zoals bijlen, beitels en maalstenen. Die maalstenen gebruikten ze om de maïs te malen. De meest voorkomende vondsten betreffen aardewerk, voornamelijk scherven. De indianen maakten zelf potten, pannen en schalen zonder draaischijf of oven. Deze werden met de hand gevormd en in een vuurkuil gebakken. Vaak waren ze beschilderd of versierd met dieren- of mensenkopjes. Er zijn ook sieraden gevonden, gemaakt van doorboorde schelpjes. De indianen van Aruba begroeven hun doden meestal in grafkuilen, soms in urnen, waarin het lijk in gehurkte houding was geplaatst.
Een enkele keer waren voorwerpen, zoals potjes of schalen, bij het graf gevoegd. Vindplaatsen waren o.a. Savaneta en Santa Cruz.
Archeologisch onderzoek heeft plaats gehad sinds het eind van de 19e eeuw toen de Nederlandse pastoor Van Koolwijk indianentekeningen ontdekte en opgravingen verrichtte van 1880 tot 1886. De eerste archeoloog die opgravingen heeft uitgevoerd op Aruba was De Josselin de Jong in 1923 in Santa Cruz. P. Wagenaar Hummelinck inventariseerde en bestudeerde locaties met precolumbiaanse rotstekeningen. Na deze hebben verschillende amateurs vondsten gedaan en geregistreerd zoals Ringma (1957, Canashito), Mario Odor, Thomas Angela (Sta Cruz), Johnny Dania (idem), Huib Bongers (1963, Savaneta) en Ewald Biemans. In de jaren '80 was archeoloog Egbert Boerstra directeur van het Archeologisch Museum Aruba (AMA). Hij voerde opgravingen uit in Santa Cruz, Tanki Flip en Malmok. In 1988 kwam er een samenwerking tussen de Universiteit van Leiden en het AMA. Dr. A.H. Versteeg voerde verschillende grootschalige projecten uit, waaronder te Tanki Flip (1994). Het Archeologisch Museum Aruba is gevestigd in het gerestaureerde Ecury-complex aan de Schelpstraat in Oranjestad. |